Orde van Dienst
- Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst.
- Introïtus (voorkeur: een psalm).
- Votum & Groet (eventueel afgesloten met het Klein Gloria; Hervormde Bundel 1938, 88).
- Lied.
- Lezing van de Wet (Exodus 20) of een Nieuwtestamentische vermaning.
- Lied.
- Onder het naspel gaan de kinderen naar de kindernevendienst.
- Gebed om de opening van het Woord.
- Schriftlezing.
- Lied.
- Prediking.
- Lied.
- Dankgebed en voorbeden.
- Dienst der Offeranden (collecte onder het voorspel van het slotlied).
- Slotlied.
- Zegen (afgesloten met een gezongen “Amen”: Gez. 456:3).
- De bijbelvertalingen die in de eredienst worden gebruikt zijn (in volgorde van voorkeur): a) de HSV, b) de NBG (1951) en c) de NBV (2004). Alle vertalingen zijn op de kansel aanwezig.
- Voor de Psalmen en Gezangen wordt gebruik gemaakt van het Liedboek voor de Kerken (1973).
- De kerkenraad bestaat uit zowel mannelijke als vrouwelijke ambtsdragers.
- Voor de dienst wordt in de consistoriekamer door de ouderling van dienst een gebed uitgesproken.
- Na de handdruk door de ouderling van dienst kan de predikant aansluitend de kansel betreden.
- Het is gebruikelijk dat de predikant na afloop van de dienst de gemeente bij de uitgang met een handdruk groet.
- De dienst wordt niet afgesloten met een consistoriegebed. Het gezamenlijke gezongen “Amen” na de zegen wordt als zodanig beschouwd.