Historie

De Hervormde gemeente van Bourtange is een kleine, maar opmerkelijke loot aan de stam van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Opmerkelijk vanwege de bijzondere geschiedenis als garnizoenskerk van de vesting Bourtange (in 1580 gesticht op last van prins Willem van Oranje en in 1593 voltooid door diens neef graaf Willem Lodewijk van Nassau). Graaf Willem Lodewijk veroverde in het laatstgenoemd jaar Westerwolde namens de Staten-Generaal en voerde de Reformatie in.

De rest van de provincie volgde een half jaar later na de belegering en verovering van de stad Groningen door prins Maurits van Oranje. In het Tractaat van Reductie (1594) werd bepaald dat ‘[…] gheeen ander religie geëxerceert sal wordden dan de gereformeerde religie zulcx als die jegenwoordelick in de Geünieerde Provinciën openbaerlick geëxerceert wordt, mits dat nijemandt in sijn consciëntie oft gewissen zal wordden geïnquireert, ondersocht oft beswaert […]’ (art. VI).

Al in de eerste jaren na de invoering van de Reformatie en de voltooiing van de schans in 1593 waren er in Bourtange aalmoezeniers en garnizoenspredikanten werkzaam. De eerste garnizoenskerk werd waarschijnlijk in 1607 gebouwd en was daarmee de eerste protestantse nieuwbouw in de provincie Stad Groningen en Ommelanden (‘Stad & Lande’). Naast de kerkruimte bevond zich de waag (ijzerkamer), terwijl de zolder werd gebruikt als opslag voor ‘Landsmaterialen’. De kleine uitbouw naast de kerk (nu consistorie) was de oorspronkelijke school, waarbij de belendende woning ter beschikking werd gesteld aan de schoolmeester. De garnizoenskerk bezat geen toren; op de vroegere hoofdwacht aan het Marktplein (nr. 11) bevond zich een dakruiter met een klok uit 1602. 

De ’tange’ (zandrug) en het omringende gebied van de vesting Bourtange was oorspronkelijk een deel van de boermarke van Wollinghuizen en behoorde daarmee tot het kerspel Vlagtwedde. Na de ontwikkeling van de vesting als vaste garnizoensplaats in de eerste helft van de 17e eeuw, werd in 1653 een nieuwe boermarke van Bourtange afgepaald en afgescheiden van Vlagtwedde. De markegrenzen golden sindsdien ook als de parochiale grenzen van het nieuwe kerspel Bourtange.

Sinds de verovering van Westerwolde in 1593 lag het collatierecht (het recht om de predikant te benoemen) bij de Staten-Generaal, waarbij de Raad van State de predikantsplaats betaalde. Deze bijzondere situatie – kenmerkend voor de garnizoenskerken – bleef bestaan tot in de 19e eeuw. Naast enkele ‘gewone’ burgers bestond de kerkenraad voornamelijk uit officieren van de vesting. De gemeente maakte deel uit van de Classis Oldambt & Westwoldingerland en viel onder de Provinciale Synode van Stad & Lande. 

In de 17e en 18e eeuw werd het kerkelijk leven bepaald door de gestage in- en uitstroom van militairen en het bijzondere pastoraat dat daarbij hoorde. In het kerkelijk archief vindt men tal van nieuw-ingekomen militairen die met een attestatie van elders opname in de gemeente verzochten.  De kerkelijke archieven bevatten niet veel illustraties van het geloofsleven in de vesting. Wel is bekend dat ds. Nicolaas Muntingh, van 1728 tot 1778 garnizoenspredikant, een geestverwant van de bekende ds. Wilhelmus Schortinghuis van Midwolda is geweest.

In 1834 werden de kerk en de pastorie (‘Pastoorslogement’; Kazernestraat 3) door de Genie overgedragen aan de plaatselijke Hervormde gemeente. Later werden ook de collatierechten van de Raad van State – die in die tijd werden uitgeoefend door koning Willem III (een zogenaamde “Koningscollatie”) – aan de kerkelijke gemeente overgedragen. De koning was de eerste en tevens laatste Oranjevorst die de collatie van Bourtange uitoefende, want in 1850 ondertekende hij het besluit tot opheffing van de vesting, die een jaar later grotendeels door de Genie werd overgedragen aan Domeinen.

De aanleg van de nieuwe – verlegde – provinciale weg in 1867 was voor de Hervormde gemeente aanleiding om het in slechte staat verkerende kerkgebouw in 1869 te herbouwen op de fundamenten van de oude garnizoenskerk. Veel oude materialen werden daarbij hergebruikt, waarbij het gehele interieur in de nieuwe kerk werd herplaatst. Bijzondere interieurstukken uit de 17e en 18e eeuw zijn bijvoorbeeld de kansel, de offerblokken, een kroonluchter, een fraaie grafzerk voor ds. Van Swinderen uit 1721 en een fraai Tiengebodenbord uit 1611. Het bord heeft de vorm van een drieluik en is volgens overlevering een persoonlijk geschenk van graaf Willem Lodewijk aan de garnizoenskerk van Bourtange. Ook bezit de gemeente fraai 17e en 18e eeuws Avondmaalszilver, dat deels afkomstig is uit de garnizoenskerk van de in 1744 opgegeven vesting Leeroord (Ofr.).

In het begin van de vorige eeuw ontstond in de gemeente verwijdering tussen vrijzinnige en orthodoxe (rechtzinnige) gemeenteleden. Dat leidde in 1920 tot de oprichting van een Hervormde Evangelisatie, een jaar na de stichting van een ‘School met den Bijbel’ naast de openbare school in het dorp. In de evangelisatie gingen gastpredikanten en preeklezers voor, totdat in 1942 de eerste vaste evangelist kon worden aangesteld. De vrijzinnig-Hervormden bleven gebruik maken van de kerk, terwijl de evangelisatiediensten in de christelijke school (Het Bolwerk) werden gehouden.

Nadat het vrijzinnige deel van de gemeente sterk was teruggelopen, werd de kerkenraad in 1960 opengesteld voor de confessionelen die daarna de kerk gingen gebruiken voor de zondagse eredienst. Daarmee verschoof de kerkelijke denominatie, maar de kerk bleef onverminderd de rol van dorpskerk behouden. De Hervormde Evangelisatie bestaat tot op heden als eigenaar en beheerder van het Verenigingsgebouw De Turfschuur, direct naast de kerk. Het gebouw wordt aan de kerk beschikbaar gesteld voor verenigings- en kerkelijke activiteiten. 

De Hervormde gemeente heeft de afgelopen decennia een confessioneel profiel behouden, met Schrift & Belijdenis als uitgangspunten voor de verkondiging en het geloofsleven. Het dorpskerkkarakter brengt wel met zich mee dat er ruimte is voor verschil in geloofsbeleving, maar dit gaat niet meer ten koste van de eenheid van de gemeente. De sinds die tijd beroepen predikanten rekenden zich doorgaans tot de (rechts-)confessionele denominatie in de Hervormde- en later Protestantse Kerk. Sinds 2015 heeft de gemeente een ‘combinatie’ (gedeelde predikantsplaats) met de Hervormde Gemeente te Vlagtwedde.